Exit through the Gift shop!

Wellicht kun je hier je heil vinden. Vaarwel!!

‘Waarom leren filosoferen? Vanwaar überhaupt op weg gaan?’

Vaak betekent de waarom-vraag niets anders dan: Wat levert het op? Wat bereik je ermee? Als je vraagt Waarom filosoferen? vraag je dus naar het nut van filosoferen. Maar wat is nut?

‘Iets is nuttig als het goed is voor iets anders.’

Als je vraagt ‘Waarom zou ik gaan leren filosoferen?’, dan vraag je dus in feite: ‘Filosoferen, waar is dat goed voor?’ Zijn er ook handelingen die goed zijn omwille van zichzelf? Handelingen die uit zichzelf waardevol zijn?

‘Wellicht!’

Heeft het zin om ten aanzien van die zaken te vragen: ‘Waar is dat goed voor?’

‘Nee…’

Dan moeten we, voordat we de vraag Wat heb je eraan? stellen eerst uitmaken of de filosofie überhaupt goed is voor iets anders of goed omwille van zichzelf.

‘Hoe dat aan te pakken?’


In de Ethica Nicomachea onderscheidt Aristoteles twee soorten handelingen[n]:

  1. ποιεῖν (maken), waarbij het doel van de handeling buiten de handeling ligt; de handeling is instrumenteel, een middel om een doel te bereiken; 
  2. πράττειν (handelen), waarbij het doel van de handeling in de handeling zelf ligt; πράττειν is intrinsiek handelen.

Om erachter te komen of een handeling instrumenteel (goed voor iets anders) of intrinsiek (goed omwille van zichzelf) is kun je de volgende stappen volgen: 

  1. Zoek een alledaagse handeling; bijvoorbeeld: Ik fiets naar school. 
  2. Stel jezelf de vraag: Waar is dat goed voor, naar school fietsen? 
  3. Antwoord: Ik fiets naar school om te x [vul zelf in].
  4. Stel jezelf weer de vraag: Waar is dat goed voor, x?
  5. Antwoord: Ik x, om te y.
  6. Stel jezelf weer de  vraag: Waar is dat goed voor, y?
  7. Antwoord: Ik y, om te z. [Ga vanaf hier zelf verder. Zodra je niet langer een ander antwoord kan geven dan het bevraagde zelf, ben je bij een intrinsieke zaak of handeling aanbeland]

Ga aan de hand van bovenstaand stappenplan bij een aantal andere alledaagse handelingen na of ze instrumenteel of intrinsiek zijn. 

Stel tot slot vast of leren filosoferen instrumenteel of intrinsiek is: ‘Ik leer filosoferen: Waar is dat goed voor?’ Welke reden motiveert je uiteindelijk?[t]