Exit through the Gift shop!

Wellicht kun je hier je heil vinden. Vaarwel!!

In Was ist das – die Philosophie? uit 1956 wijst Martin Heidegger erop dat het thema van zijn lezing zeer weids is.[n] Daardoor zijn in de filosofie vele wegen mogelijk. Het is dan zaak een juiste weg leren te vinden, die weg te begaan en weten op weg te blijven. 

Hier rijst direct een drietal potentiële irritatievragen[t] die je jezelf kunt stellen:

  1. ‘Hoe een weg te vinden als ik niet weet waar ik moet zoeken?’ – De mysterievraag.[t]
  2. ‘Waarom ga ik überhaupt op weg?!’ – De motivatievraag.[t]
  3. ‘En als ik al een weg heb gevonden, hoe weet ik dan dat ik een juiste weg heb gevonden en niet van het pad raak als ik hem bega?’ – De toetsingsvraag.[t]

  1. Wat is filosofie volgens jou? Doe eens een gooi! Schrijf je antwoord op in een volzin en noteer de datum erbij.
  2. Wat verwacht je in deze cursus te leren? Schrijf je verwachtingen uit.[t]

Oriënteer jezelf door de onderstaande zin maximaal drie maal aan te vullen en bekijk vervolgens in hoeverre je tot hoi polloi behoort. Wat denk jij, zijn filosofen buitenbeentjes of niet? Beargumenteer je antwoord.

Filosofie heeft voornamelijk te maken met...

1. … de zin van het leven.
2. … verlangens.
3. … meningen.
4. … nadenken.
5. … zweverige gesprekken.
6. … theoretische wetenschap.
7. … zelfonderzoek.
8. … eindigheid.
9. … bevrijding.
10. … discussiëren.  


In dit document staan de antwoorden van een aantal filosofen op de vraag Wat is filosofie? Volg het stappenplan:

  1. Lees de uitspraken aandachtig en kies vervolgens twee filosofen uit: een die het volgens jou bij het juiste eind heeft en een die het volgens jou bij het verkeerde eind heeft. Neem twee blanco pagina’s in je notitieschrift en schrijf beide citaten nauwkeurig over (de een op de linkerpagina, de ander op de rechterpagina).  
  2. Beredeneer je keuzes: waarom heb je uit al die uitspraken deze twee gekozen? Schrijf je redenen uit onder de citaten.
  3. Bestudeer je uitgeschreven redenen en bekijk welke maatstaf (of maatstaven) je (wellicht onbewust) hebt gehanteerd in je beoordeling.[t] Schrijf je maatstaven uit in imperatieven en overweeg of je ze kunt aanhouden of ze moet laten vallen.[t] 
  4. Vergelijk je antwoorden bij vragen 1 t/m 3 met je eigen antwoord op de vraag Wat is filosofie? Noteer overeenkomsten en verschillen. Wil je je eigen antwoord aanpassen? Zo ja, herformuleer dan je antwoord – en noteer de datum er weer bij. Wat maakt dat je je antwoord hebt aangepast? 
  5. Neem beide door jou gekozen filosofen voorlopig als een soort good cop/bad cop-gidsen op je filosofische weg. Neem je één of meerdere van onderstaande zaken voor: 
    1. Betrek beide filosofen waar mogelijk in andere oefeningen;
    2. Houd een korte presentatie waarin je beide filosofen zo scherp mogelijk probeert te contrasteren met elkaar; betrek ook uitdrukkelijk je eigen aanvankelijke voorkennis erbij;
    3. Zoek gelijkgestemden die dezelfde tekstfragmenten hebben gekozen en neem een of beide passages als uitgangspunt voor een sokratisch gesprek;
    4. Leer over je gidsfilosofen, maar boven alles: lees hun teksten en houd eens een referaat over een of meerdere relevante tekstpassages.