Nou Sagredo:, hoe staat het ermee? Wordt het niet eens tijd om na de gezette stappen de inzichten eens te verzamelen en te bedenken wat een would-be filosoof vandaag de dag nog met een wetenschapper van toen van doen heeft?
Bedenk, als een echte Sagredo, dat het vanwege de incommensurabiliteit geen zin heeft om Simplicio af te serveren als simpele ziel die er niets van begrijpt en dat we ondanks de weerlegging van Simplicio en zijn geocentrische kosmos niet van vooruitgang kunnen spreken.
Maar dan wordt de vraag nu werkelijk prangend: Wat heeft een filosoof van vandaag van doen met een wetenschapper van toen?
Raadzaam op dit uiterste punt is om de laatste twee richtlijnen van filosofisch lezen te volgen: richtlijn 5: Lees tegendraads! en richtlijn 6: (Wat) gaat het mij aan? – de toetsingsvraag.
Wat betreft de vijfde richtlijn, tegendraads lezen: een filosoof probeert zich niet mee te laten voeren naar waar een tekst naar toe gaat, maar eerder terug te kijken waar een tekst vandaan komt; naar wat een tekst beweegt of moveert.
(Her)lees daarom het tekstfragment uit Il Saggiatore op tegendraadse wijze om te zien wat Galileï in zijn schrijven beweegt, oftewel wat het moverende is van deze tekst.
Bedenk tenslotte in hoeverre dit moverende ook jou vandaag de dag moveert en in hoeverre je werkelijk sympathiek kunt zijn met Galileï, d.w.z. de vraag te stellen: gaat wat Galileï aanging mij ook nog aan?