De grote vooronderstelling in de vraag Waarom is er iets en niet niets? is: iets is. Dat er iets is wordt in de vraag nicht in Frage gesteld. De vraag rijst nu wat het aanhangsel ‘… en niet niets’ nog te betekenen heeft. Gaat dit ergens over, of gaat dit nergens over?
Volg de dialoog hieronder tussen + en - over het tweede gedeelte van de vraag en beantwoord daarna de vragen. De oefening eindigt met een korte schrijfoefening.
- Hoe moeten we het ‘… en niet niets’ überhaupt verstaan? Kunnen we de vraag misschien zo lezen? Waarom is iets en is niet niets? Laten we ‘is’ hier voor het gemak als ‘bestaan’ opvatten. ‘Iets’ bestaat dan, en ‘niets’ bestaat niet. Kun je ‘niets’ begrijpen in termen van ‘niet-bestaan’?
+ Ik snap hier niets van!
- ‘Iets’ kan niet bestaan – een vierkante cirkel bijvoorbeeld –, maar kan evenzo ‘niets’ niet bestaan?
+ Kun je een concreet voorbeeld geven?
- Stel ik zeg: ‘Ik loop op straat, maar Piet loopt niet want Piet zit.’ Is het niet-lopen van Piet analoog aan ‘het niet-bestaan van niets’ in de vraag?
+ Nee, want Piet kan wel lopen. Maar ‘niets’ kan niet wel bestaan.
- En als ik tegen een verlamde zeg dat hij niet loopt maar in zijn rolstoel zit, is dat dan wel analoog aan ‘het niet-bestaan van niets’ uit de vraag?
+ Het verschil met Piet is, dat de verlamde niet kan lopen en Piet wel. Dit lijkt dus op ‘niets’ dat niet kan bestaan.
- Is dat zo? Een verlamde kan niet lopen, maar hij had toch moeten kunnen lopen. We spreken toch nog altijd van zijn verlamde benen. Hij had toch moeten kunnen lopen, anders zijn ook alle ondernomen pogingen tot genezing ook niet te begrijpen. Had ‘niets’ niet toch ook moeten bestaan?
+ Dat is merkwaardig om te zeggen.
- Nog een stap verder: van een vis zeggen dat hij niet loopt, maar dat hij zwemt – zitten kan een vis natuurlijk niet. Hoe het verschilt het niet-lopen van een vis t.o.v. het niet-lopen van een verlamde?
+ Het is absurd om ‘niet-lopen’ van een vis te zeggen, want lopen is een mogelijkheid die een vis in het geheel niet toekomt.
- Is het nu ook zo gesteld met ‘iets’ en ‘niets’? Is van ‘niets’ zeggen dat het niet bestaat niet net zo absurd als van een vis zeggen dat hij niet loopt, of kan lopen?
+ Daar lijkt het op.
- Als dat het geval is, dan kunnen we de vraag Waarom is er iets en niet niets? niet lezen als Waarom is er iets en is niet niets? Niets is niet, ‘is’ niet niet-bestaan, maar niets. Je kunt ‘niets’ niet begrijpen als niet-bestaan, als de ontkenning van zijn. Je begrijpt het dan in termen van ‘zijn’ en ‘bestaan’; termen die je vervolgens ontkent. Dat is even absurd als het zwemmen van een vis begrijpen als niet-lopend, want lopen heeft in het geheel niets te maken met vissen. Dus nogmaals: hoe moeten we ‘… en niet niets’ nu begrijpen?
+ In ieder geval niet als ‘niet-bestaan’.
- De beroemde Duitse filosoof Martin Heidegger leest ‘niet’ eerder verbaal, als een werkwoord. ‘Warum ist Seiendes und nicht vielmehr Nichts.’ Waarom is zijnd en niet veeleer niets. ‘Het’ niets ‘doet’ ‘iets’, namelijk: het niet. ‘Das Nichts nichtet’, schrijft Heidegger.
+ Je zegt nu de hele tijd iets over niets! Alsof het iets is of iets doet.
- Valt hieraan te ontkomen? Er is een mooie parallel met stilte – een variant van niets. Het bekende grapje: Wat verdwijnt er zodra je het uitspreekt?
+ Stilte!
- Precies. Zodra je stilte ter sprake wil brengen, heb je het juist niet. Evenzo met niets. Alles wat je zegt over niets slaat de plank al mis – ook deze uitspraak. Wat nu? Zwijgen?
+ Maar als je helemaal niets zegt, dan merk je ook helemaal niets!
- En toch is stilte zo nu en dan te merken. Stilte is weliswaar niet iets, maar toch ook weer niet helemaal niets. De vraag is: hoe kun je nu zo spreken of schrijven dat je toch niets/stilte/leegte/duisternis bemerkt, zonder dat je er weer een iets van maakt?
+ Tja…
Vragen en schrijfoefening
- Zou je ‘… en niet niets’ zonder meer kunnen weglaten in de vraag Waarom is er iets en niet niets? of verandert de vraag dan wezenlijk van betekenis? Licht je antwoord toe aan de hand van de dialoog.
- Stel dat ‘… en niet niets’ een wezenlijk onderdeel is van de vraag, dan rijst de vraag hoe we ‘niets’ moeten verstaan. Verhouden ‘iets’ en ‘niets’ zich bijv. tot elkaar als schuldig/onschuldig of zwart/wit? Licht je antwoord toe.
- Als ‘niets’ niet begrepen kan worden als ‘niet-iets’, dan slaat iedere bespreking de plank mis. Want je bespreekt altijd iets. Dus als je niets over ‘niets’ kunt zeggen, dan moet je niets zeggen. Maar als je helemaal niets zegt, dan blijkt er ook helemaal niets. Hoe zou je niets niettemin ter sprake kunnen brengen?
Schrijf een stukje proza of dialoog (max. 100 woorden) waarin je zo probeert te schrijven dat tenminste één van de volgende varianten van niets op een of andere manier bemerkbaar wordt: leegte, stilte, duisternis.