Als je iets echt wil leren, dan geldt: hoe breder en dieper, hoe beter. Ga dus voor inzicht!
De relevantie voor het opbouwen van een brede en diepe achtergrondkennis over de filosofie wordt duidelijk als je concreet kunt ervaren waartoe achtergrondkennis je in staat stelt. Lees daartoe onderstaande tekst en probeer maar eens te begrijpen wat er staat:
De procedure is eigenlijk vrij eenvoudig. Eerst sorteer je de items in verschillende groepen. Natuurlijk is het mogelijk dat één stapel volstaat, afhankelijk van hoeveel er gedaan moet worden. Als je ergens anders naar toe moet, vanwege ontbrekende faciliteiten, dan is dat de volgende stap. Zo niet, dan ben je er klaar voor. Het is belangrijk niet teveel te willen doen. Dat wil zeggen, het is beter te weinig dingen tegelijk te doen dan te veel.[n]
Wat ongetwijfeld je indruk is: Waar gaat dit over? Moeizaam dit! Volle aandacht, hard werken! (On)aangenaam, dit is je werkgeheugen op volle toeren.
Waarom moest je hier nu zo hard werken? Omdat je niet begrijpt over welke zaken dit gaat (welke items? wat voor groepen? stapels van wat?) en hun samenhang je ontgaat, evenals de zin van de volgorde waarin ze genoemd worden. Je werkgeheugen loopt dan al snel over met allerlei losse informatie die het apart moet verwerken en plaatsen. En de capaciteit van dat werkgeheugen is vrij laag. Zoals gezegd in de afdeling Hoe werkt leren? kunnen mensen gemiddeld zeven (plus of min twee) elementen tegelijk in hun werkgeheugen verwerken. En dat is vrijwel niets in vergelijking met de onmetelijke informatierijkdom aan zintuiglijke input die je voortdurend ondergaat en de vermoedelijk oneindige opslagcapaciteit van het langetermijngeheugen. Niet voor niets wordt het werkgeheugen dan ook de bottleneck genoemd. En helaas moet alle leren door deze bottleneck…
Stel je voor dat je een dergelijk tekstfragment als hierboven moet leren voor een toets – een ervaring waarmee je als scholier of student vast vertrouwd bent (geweest). De moeite die het je kost om bladzijden vol van dit soort onbegrijpelijke tekst in je lange termijn geheugen te krijgen! En hoeveel van de erin gestampte informatie wordt niet alweer snel aan de vergetelheid prijs gegeven? En zelfs als het je lukt het geleerde te behouden, dan heb je slechts oppervlakkige kennis van bits and pieces, en geen diepe kennis die de samenhang tussen de verschillende onderdelen inziet. Je merkt deze oppervlakkigheid meteen bij anderen, of bij jezelf, wanneer de ‘kennis’ monotoon wordt opgelepeld.
Toch zijn er mensen die bovenstaand fragment wel met begrip kunnen lezen, en jij kan dat ook. De samenhang tussen deze bits and pieces is namelijk direct inzichtelijk te maken, als je het concept weet wat hier is uitgeschreven, namelijk: ‘de was doen.’
Aha, de was doen! Dat (her)ken je! En je kent ‘de was doen’ nog beter als je de was ook daadwerkelijk kunt doen, omdat je er al ervaring mee hebt en er bedreven in bent. Nu vallen de stapeltjes ineens op hun plek (witte en bonte was etc.), nu weet je welke faciliteiten relevant zijn (nl. wel of geen wasmachine in huis hebben) en waarom je beter te weinig kan doen dan teveel (want dan wordt het goed niet goed schoon).
Wat laat het hebben van conceptuele kennis nu zien? Het concept ‘de was doen’ geeft hier zicht, de aanvankelijk moeilijk te verteren tekst is nu inzichtelijk geworden. En hier ligt een belangrijke aanwijzing voor alle leren: we interpreteren nieuwe informatie niet from scratch maar in het licht van kennis de we al hebben, opgeslagen in het langetermijngeheugen. Daarom geldt: hoe minder voorkennis, hoe minder zicht. En omgekeerd dus: hoe meer je weet, hoe meer je (in)ziet. De kwaliteit van onze waarnemingen en interpretaties hangt voor een groot gedeelte af van de breedte en diepte van deze reeds voorhanden kennis.
Weet dus als je een tekst niet begrijpt, dat het je waarschijnlijk ontbreekt aan conceptuele- en ervaringskennis. Zorg dus dat je die kennis vergaart, want dan kan een kind de was doen…
De vraag rijst nu natuurlijk des te prangender: hoe bouw je conceptuele kennis over filosofie op en waar vind je dit soort kennis? Onderzoek dat eens door intensief te lezen en effectief te leren!
Vragen
- Waarom is het opeens vrij gemakkelijk bovenstaand tekstfragment tot in detail in je langetermijngeheugen op te slaan, zodra je het concept ‘de was doen’ weet?
- Hoe laat het voorbeeld van ‘de was doen’ zien dat het hebben van een grote woordenschat het werkgeheugen ontlast? Welk effect kan deze ontlasting hebben voor je lezen en leren?
- Geïnspireerd door Wittgenstein onderscheidt Gilbert Ryle knowing that van knowing how. Welke wijze van weten geeft wat betreft ‘de was doen’ meer inzicht?
- Je peuterbuurjongetje vertelt van een hockeywedstrijd van zijn zusje die hij heeft gezien. Vol ongeloof merkt hij op: ‘De tegenstander maakte een fout maar mijn zusje moest voor straf in de hoek!’ (Hoe) zou je hem tot inzicht kunnen brengen?
- Aan het begin van deze afdeling Leren over filosofie stond de zin: ‘Begrippen zonder aanschouwing zijn leeg, aanschouwingen zonder begrippen zijn blind.’ In hoeverre is deze zin inmiddels inzichtelijker geworden? Besteed in je antwoord aandacht aan het verschil tussen het begrijpen van deze zin en het begrijpen van het concept ‘de was doen’.