Als je onderzoek een secundaire tekst over filosofie heeft opgeleverd die je intensief wil gaan bestuderen om je uitgangsvraag beter te kunnen beantwoorden, dan rijst de volgende vraag:
Hoe kan ik datgene wat ik nog moet leren zo effectief mogelijk leren?
Zoals je al geleerd hebt in de afdeling Hoe werkt leren? gaat alle leren via de bottleneck van het werkgeheugen. En helaas kun je de capaciteit daarvan niet door oefening vergroten: zeven (plus of min twee) items tegelijk, meer kan je werkgeheugen niet verwerken. Wat je wel kan doen is het werkgeheugen ontlasten. Grofweg krijg je dat voor elkaar door vertrouwd te raken met items (begrippen, vaardigheden) die je in je werkgeheugen wil verwerken. Hoe vertrouwd te raken met datgene wat je nog wil leren, hangt wederom af van wat je al weet. De volgende mogelijkheden ter ontlasting van het werkgeheugen dienen zich dan aan[n] :
Als de filosofische begrippen in de tekst nog maar weinig betekenis voor je hebben, zoek dan de definities op en memoriseer ze alvast. Prent ook bondige filosofische uitspraken (filosofemen) alvast in;
Als je nog nauwelijks ervaring hebt met filosofische vaardigheden, oefen dan zodanig totdat ze geautomatiseerd raken;
Als je afzonderlijke begrippen hebt gememoriseerd en/of al enigszins begrijpt, maar je wil inzicht verkrijgen in hun onderlinge samenhang, elaboreer dan (keer op keer) het geleerde door notities te maken, in eigen woorden uit te leggen en dóór te vragen;
Tot slot blijkt keer op keer uit wetenschappelijk onderzoek dat jezelf (laten) toetsen de meest efficiënte manier is om te leren.
In vrijwel alle leren over filosofie zul je moeten lezen. In het schema hieronder krijg je overzichtelijk wat je wel en liever niet moet doen als je gaat lezen om te begrijpen. Veel van wat al in de eerdere afdelingen ter sprake kwam zal je erin terugvinden. Kruis voor jezelf eens aan hoe je er nu voor staat, en bekijk waar je in je leren over filosofie eventueel van rechts naar links moet bewegen!