Wacht nooit te lang met schrijven! Zodra de eerste drie stadia van essayer min of meer doorlopen hebt, kun je de pen al pakken en je idee eens uitproberen in een mini-essay.
Ziehier een beroemd voorbeeld daarvan van Jorge Luis Borges, ‘Argumentum Ornithologicum’, uit het boek De Maker:
Ik sluit mijn ogen en zie een zwerm vogels. Het visioen duurt een seconde of misschien korter; ik weet niet hoeveel vogels ik heb gezien. Was hun aantal bepaald of onbepaald? Deze vraag impliceert die naar het bestaan van God. Als God bestaat, is het aantal bepaald, want God weet hoeveel vogels ik heb gezien. Als God niet bestaat, is het aantal onbepaald, want dan kan niemand de telling verrichten. In dat geval zag ik niet negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie of twee vogels. Ik zag een aantal tussen de tien en één, dat niet negen, acht, zeven, zes, vijf, enz., is. Een dergelijk getal is niet voorstelbaar: ergo, God bestaat.
Wat goed te zien is aan het voorbeeld van Borges is hoe een essay bij de lezer werkt: het biedt geen voor de hand liggende conclusie, maar zet aan tot denken, tot redeneren, tot het verzinnen van tegenargumenten. Klopt het wel wat Borges beweert? Hoezo is een onbestaand getal een bewijs dat God bestaat? Kun je het bestaan van God wel beredeneren? De lezer maakt als het ware zélf het essay af.
Schrijf nu zelf een mini-essay van maximaal tien zinnen. Probeer zo te schrijven dat je de lezer aan het denken zet, maar vooral ook jezelf!