Als je filosofisch wil leren lezen kan je niet meteen gaan twijfelen en kritiseren, maar zul je je aanvankelijk moeten inhouden en een vrijwel grondeloos vertrouwen moeten hebben in de auteur en zijn tekst voorlopig als volkomen waar te laten gelden. Hans-Georg Gadamer spreekt van der Vorgriff der Vollkommenheit, ‘het vooruitlopen op volmaaktheid’[n]
Doe je dat niet – deze Vorgriff der Volkommenheit volstrekt voor waar aannemen – omdat je vindt dat het bijvoorbeeld ook maar een mening is van ene Gadamer, dan maak je jezelf al op voorhand immuun tegen het verstaan van de mogelijke betekenis ervan – en betekenis, ‘aldus Gadamer’, ligt in de tekst zelf.
Wellicht had je überhaupt nog nooit echt stilgestaan bij het onderscheid tussen de tekst als mening van een auteur (waar jij ook weer je mening over had) en de betekenis van een tekst zelf (waar je je op in kan laten of niet). Wellicht vatte je filosofische teksten doorgaans op als meningen van de auteur en bedenk je je nu, dat je een andere mogelijkheid nog nooit bedacht had. Sympathiek als je bent neem je het opgeworpen onderscheid voorlopig aan – ook al snap je er waarschijnlijk nog maar weinig van – maar is het ook zaak de eventuele relevantie ervan te gaan bedenken.
Wat relevant is, kun je echter pas opmerken vanuit een brede en diepe achtergrondkennis over filosofie. Je zult aanvankelijk dus veel moeten opzoeken en uitzoeken (begrippen, verbanden, verwijzingen naar andere filosofen of Griekse mythologie etc.). Dit alles om de tekst niet meteen op je eigen procrustesbed te leggen.[t]En als je niet weet wat een procrustesbed is, dan zoek je dat dus even uit!
De merkwaardigheden van filosofische teksten zijn ongetwijfeld frustrerend, maar evenzovele aanleidingen voor nadenken. Treed merkwaardigheden sympathiek tegemoet. Lees de tekst daarom vooral ook in de grondtaal, vertaal en analyseer hem. En als je niet weet wat een procrustesbed is, dan zoek je dat dus even op.
Wees in je lezen kortom van goede wil, aanvankelijk, en stel je sympathiek op als een goede verstaander. Alleen vanuit deze open houding kan de betekenis van de tekst zelf zich (eventueel) laten zien.
Een voorbeeld. Je (her)leest de beginzin van Descartes’ Discours de la méthode:
Le bon sens est la chose du monde la mieux partagée […].[n]
… en denkt: ‘Wat?! Er zijn toch duidelijk slimme en domme mensen? Descartes is bijvoorbeeld erg slim. En nu zegt hij dat ik minstens even slim ben! Wat een gekke uitspraak. Ik ben het er niet mee eens!’
Maar dan word je sympathiek en stel je je op als een goede verstaander: ‘Misschien is niet de ander gek, maar ben ik gekker dan de ander. Misschien moet ik level up om on the level te geraken met Descartes!’
Sympa begin je de volgende zin te lezen…
[…] que la puissance de bien juger, et distinguer le vrai d'avec le faux, qui est proprement ce qu'on nomme le bon sens ou la raison, est naturellement égale en tous les hommes; et ainsi que la diversité de nos opinions ne vient pas de ce que les uns sont plus raisonnables que les autres, mais seulement de ce que nous conduisons nos pensées par diverses voies, et ne considérons pas les mêmes choses. Car ce n'est pas assez d'avoir l'esprit bon, mais le principal est de l'appliquer bien.
Vragen bij je lezing
- Op welke wijze ben je niet on the level met Descartes als je het wel of niet eens bent met de beginzin van het Discours?
- Waar ligt de potentiële geldigheid van dit tekstfragment nog, vandaag de dag?
- Op welke wijze kun je zelf betrokken raken in de zaak die aan de orde is in deze fragmenten? Wees eens echt sympathiek, naar jezelf, door jezelf af te vragen welke vragen de de tekst jou kan stellen.