Exit through the Gift shop!

Wellicht kun je hier je heil vinden. Vaarwel!!

Vooronderstellingen zijn uitgangspunten die (in meer of mindere mate) verborgen liggen in je gedrag en waarvan je aanneemt dat ze waar/goed/rechtvaardig zijn. 

Stellen dat vooronderstellingen verborgen zitten in allerlei gedrag[t] vooronderstelt dat ze aan het licht moeten kunnen treden. De aandachtige filosoof brengt ze aan het licht. Hij expliciteert dan wat impliciet is, zoals dat in filosofentaal heet.[t] 

De kunst van filosoferen is om in concrete gedragingen (niet erbuiten) te bespeuren wat al stilzwijgend is aangenomen – bij anderen, maar uiteindelijk vooral bij jezelf. 

Vragen

  1. Bedenk dat het zaak is vooronderstellingen in je gedrag op te sporen (en niet daarbuiten), wil je niet in het dilemma van de filosofie terecht komen.
  2. Waarom überhaupt vooronderstellingen expliciteren? Bedenk een aantal argumenten, uitgaande van bovenstaande definitie.

Als je zomaar uitgaat van bovenstaande definitie van ‘vooronderstelling’, dan vooronderstel je nogal wat. Laten we eens naar voren halen wat er al in verborgen ligt in ‘uitgangspunten die (in meer of mindere mate) verborgen liggen in je gedrag en waarvan je aanneemt dat ze juist zijn’: 

  1. Terwijl je je op een of andere manier gedraagt, ben je blijkbaar al ergens vanuit gegaan. Een voor-onderstelling gaat aan je gedrag vooraf.[t]
  2. Tegelijkertijd liggen die vooronderstellingen in je gedrag verborgen; blijkbaar is de betekenis van dat gedrag niet geheel en al zichtbaar voor jezelf (wellicht wel voor anderen). 
  3. Zeggen dat vooronderstellingen verborgen zitten in gedrag, vooronderstelt dat ze aan het licht moeten kunnen treden – niet perse voor jezelf, maar in ieder geval voor anderen; wat is immers de zin van een verborgenheid die voor niemand expliciteerbaar is!
  4. Vooronderstellingen zijn als juist aangenomen, wat impliceert dat ze niet perse juist zijn en dus ook onjuist kunnen zijn.[t]
  5. Vooronderstellingen gaan niet alleen vooraf aan je gedrag, ze liggen er ook ‘onder’. Voor-onder-stellingen dragen je gedrag.[t] 
  6. Als de uitgangspunten in meer of minder mate verborgen liggen, dan kent (on)verborgenheid van de uitgangspunten blijkbaar gradaties. En dan zul je meer of minder uitdrukkelijk beseffen dat je ze hebt aangenomen en daarmee moeilijker in de blik te krijgen. Dan zullen de dieper verborgen uitgangspunten eerder aan je gedrag vooraf gaan en weidser dragend zijn dan de meer oppervlakkige uitgangspunten.

Vragen

  1. Expliciteer zoveel mogelijk vooronderstellingen uit de volgende uitspraken. Noteer ze telkens zoals in het uitgewerkte voorbeeld hierboven (let op het veelvuldige gebruik van het woordje ‘blijkbaar’!):
    1. Sla jij je broertje nog steeds?
    2. Doe de deur dicht!
    3. Filosoof word je, zodra je een filosofische houding aanneemt.
    4. De zin van het leven zullen wij nooit te weten komen. 
    5. Stilstand is al achteruitgang.
    6. God is dood.
    7. Modern technology owes ecology an apology.
    8. Du sollst der werden, der du bist. 
    9. Zu den Sachen selbst!
    10. Je pense donc je suis.
    11. Nihil sine ratione.
    12. Ex nihilo nihil fit.
  2. Welke van de in vraag 1 geëxpliciteerde vooronderstellingen zijn betwijfelbaar (geworden)?
  3. Kennisuitspraken (beweringen) zijn uitspraken waar je ‘Ik weet dat…’ voor kunt zetten.
    1. Welk van de uitspraken in vraag 1 zijn kennisuitspraken?
    2. Welke vooronderstellingen zitten er in het ‘Ik weet dat…’ verborgen?
  4. Keer terug tot het antwoord wat je zelf hebt gegeven op de vraag Wat is filosofie? en expliciteer de vooronderstellingen. Noteer ze als beweringen. 
  5. Bekijk de afbeelding ‘Zonsondergang’. Welke betwijfelbare vooronderstellingen liggen in je waarneming verborgen?

     Sunset

  6. Welke vooronderstellingen zitten er verborgen in de volgende alledaagse handelingen?
    1. Je hangt op met: “Tot morgen!” 
    2. Je betaalt je mandje vol boodschappen met een briefje van 10 euro.
    3. Je stapt in een vliegtuig en laat je naar Chersonissos vliegen.
    4. Je hebt een 9 gescoord voor je filosofietoets en voelt je al een hele filosoof.
  7. Je bloost uit schaamte. Dat vooronderstelt dat je je opgemerkt voelt, door een ander. Je schamen kun je blijkbaar niet alleen. Welke vooronderstellingen zijn op te merken bij andere expressies als angst, verdriet en blijdschap?


Als je vooronderstellingen expliciteert kijk je waar een uitspraak al vandaan komt. Je kunt ook bekijken waar een uitspraak ‘naartoe gaat’, door uit te denken wat de uitspraak al aan implicaties met zich meebrengt. Vaak helpt bij het uitdenken van implicaties het stellen van een aantal eenvoudige vragen.  

Stel bij de uitspraak ‘Filosofen verlangen naar wijsheid’ bijvoorbeeld de volgende vragen en bekijk welke implicaties naar voren treden bij de beantwoording ervan: 

  • Zijn filosofen wijs, volgens deze uitspraak?[t] 
  • Zullen filosofen ooit wijs zijn?[t] 
  • Zijn filosofen nu helemaal niet wijs?[t] 

Vragen

  1. Welke implicaties liggen besloten in Berkeleys uitgangspunt esse est percipi? Ontsluit ze aan de hand van zelf verzonnen vragen. Noteer zowel vragen als implicaties.
  2. Keer terug naar de oefening Vooronderstellingen expliciteren en bekijk welke implicaties de uitspraken en andere gedragingen nog met zich meebrengen. 
  3. Keer terug naar de twee citaten die je hebt gekozen in de oefening Filosofie volgens de filosofen en expliciteer wat er in deze uitspraken al besloten ligt aan vooronderstellingen en implicaties. Noteer ook de variabele vragen die je hebt gesteld om de implicaties op het spoor te komen.