Lees onderstaande passage uit De reizen van Cadamosto uit 1463
Men zegt dat zij [de West-Afrikaners], toen zij de eerste maal zeilen zagen, d.w.z. schepen op zee (wat noch hun, noch hun voorvaders ooit was overkomen), zij eerst dachten dat het grote zeevogels waren met witte vleugels, die langzaam kwamen aanvliegen en afkomstig waren van een ver land[t]
: toen de zeilen bij de landing gestreken waren dachten velen die uit de verte toekeken, dat de schepen vissen waren. [...]Die negers, mannen en vrouwen, verdrongen zich om mij te kunnen bekijken, alsof ik een wonder was. Het scheen voor hun een nieuwe ervaring te zijn om christenen te zien, die zij niet eerder hadden aanschouwd. Zij waren niet minder verbaasd over mijn kleren dan over mijn blanke huid. Ik was volgens de Spaanse mode gekleed en droeg een zwart laken wambuis met een korte mantel van grijze wol eroverheen. Verbaasd betastten ze de wollen stof die zij nooit eerder hadden gezien. Een paar raakten mijn handen en benen aan en probeerden met speeksel te ontdekken of mijn blanke kleur echt was of geverfd. Zij waren stomverbaasd dat hij echt was…
De negers vielen van de ene verbazing in de andere bij het zien van onze uitrusting, vooral toen zij onze kruisbogen zagen en helemáál bij het geschut. Sommigen waagden zich aan boord en toen ik voordeed hoe met een kanon geschoten werd, joeg de knal hen de doodschrik op het lijf. Ik vertelde hen dat een granaat minstens honderd man kon doden, wat hun hogelijk verbaasde, en wat volgens hen een uitvinding van de duivel moest zijn. Ze waren ook heel verwonderd over het geluid van onze doedelzakken waarop ik een van mijn matrozen liet spelen. Toen zij het instrument zagen dachten zij dat het een levend dier was dat met verschillende stemmen kon zingen, wat zij erg grappig vonden. Ik legde hen uit dat het een muziekinstrument was en gaf het hun in handen. Toen zij bemerkten dat het met de hand vervaardigd was, zeiden zij dat het een goddelijk instrument was dat God eigenhandig had gemaakt, want het klonk zo mooi met zoveel stemmen…
Wat hun ook erg verraste was een brandende kaars in een lantaarn, want zij hadden nooit enig ander licht gezien dan dat van een vuur. Zij vonden het prachtig en wonderbaarlijk… Ik kocht van hen een kleine honingraat en liet hun zien hoe zij de honing van de was moesten scheiden en dan van de was kaarsen konden maken. Zij bleken stomverbaasd en riepen uit dat die christenen ook werkelijk van alles verstand hadden.
Vragen bij de tekst
- Op welke wijzen speelt in dit fragment geslotenheid voor het andere, de ander? Besteed zowel aandacht aan de geslotenheid van de Afrikanen voor de Portugezen, alsook de geslotenheid van de Portugezen voor de Afrikanen. Bedenk tenslotte dat geslotenheid voor het andere tegelijk ook geslotenheid is ten aanzien van het eigene.
- Zijn er ook passages in het fragment aan te wijzen waar er open-mindedness is tussen de Portugezen en de Afrikanen?
- Positioneer op basis van je bevindingen in vraag 1 en 2 de Portugezen en de Afrikanen in het schema
[n] . - De passage uit Cadamosto’s reisverslag is opgenomen in een boek met de titel Het tijdperk der grote ontdekkingen. Wie doen hier volgens jou de grootste ontdekkingen en wat voor ontdekkingen zijn dit?
- Leg tenslotte de bal bij jezelf: hoe speelt vreemd en vertrouwd bij jou tijdens het lezen van dit fragment? Noteer de passages die jou vreemd voorkomen, en de passages die jou vertrouwd zijn. Plaats op basis van je notities uiteindelijk ook jezelf in het schema.