× 
Eindterm 14
De kandidaten kunnen uitleggen dat in het protestantisme van de 16e eeuw zowel sprake is van een verinnerlijking (subjectivering) van de moraal (geweten) als van een plichtsethiek. Ze kunnen daarbij uitleggen dat daarmee de vraag naar het goede leven verandert.
Bekijk de twee afbeeldingen van de twee kerken, een protestantse en een katholieke. Welke aanwijzingen geven ze dat er ten opzichte van het katholicisme in het protestantisme een verinnerlijking (subjectivering) van de moraal (geweten) plaatsvindt? Let op architectonische kenmerken, inrichting en de mensen (uiterlijke kenmerken en gedrag).